2024-11-19

Verschilbeelden bij Nachtlenzen

Door Emma van Doesburg

Het aanpassen van Nachtlenzen is een precies proces waarbij nauwkeurige beoordeling van topografische beelden essentieel is. Als contactlensspecialist werk je wellicht met verschillende topografen en software, elk met hun eigen terminologie en weergave. Dit kan soms verwarrend zijn, zeker wanneer begrippen zoals sagittaal en axiaal door elkaar worden gebruikt. In deze blog leggen we je stap voor stap uit hoe je topografische beelden kunt interpreteren en gebruiken om de passing van Nachtlenzen optimaal te beoordelen. Of je nu een ervaren specialist bent of net begint met Nachtlenzen, deze gids helpt je om inzicht te krijgen in de basisbeelden, verschilbeelden en alles wat je nodig hebt om succesvol te werken met topografie en Nachtlenzen.

Vorm een duidelijk beeld

Met welke topograaf je ook werkt, ze brengen allemaal de vorm van de cornea in beeld. Deze informatie hebben we nodig om de passing van een Nachtlens te kunnen beoordelen. Wat verwarrend kan zijn aan het werken met verschillende topograafsoftware, is dat er verschillende benamingen worden gebruikt. Als voorbeeld geef ik jullie de term sagittaal. De sagittale map is namelijk precies hetzelfde als de axiale map. Het is goed om je ervan bewust te zijn dat iedere topograaf of aanpassoftware dit op zijn eigen manier weergeeft. Het kan dus zijn dat je eigen weergave wat afwijkt van hoe je het in deze blog terugvindt.

Terug naar het begin

Het begint bij de originele vorm van de cornea. Hoe deze eruitziet voordat er een Nachtlens gedragen is, geeft ons waardevolle informatie die we nodig hebben om een juiste conclusie te vormen. Dit topobeeld noemen we het basisbeeld. Wanneer we tijdens een Nachtlenscontrole nieuwe topobeelden maken, worden deze altijd vergeleken met dit basisbeeld. Hiermee krijgen we inzicht in de veranderingen die de cornea heeft ondergaan.

Zie je verschil?

Het sagittale beeld geeft ons de informatie die we nodig hebben over de correctiezone, en het tangentiële beeld geeft informatie over de centratie van de lens. Beide zijn dus nodig om iets over de passing van Nachtlenzen te vertellen. Leer jezelf daarom altijd aan om zowel het sagittale als het tangentiële beeld te beoordelen. Het één kan simpelweg niet zonder het ander.

 

Sagittaal of Axiaal?

Zoals net aangegeven, kan het zijn dat je gewend bent aan de benaming axiaal. Geen paniek: hiermee bedoelen we precies hetzelfde! Bij een sagittaal of axiaal verschilbeeld beoordelen we alleen de correctiezone. Dat is het centrale gedeelte. Dat betekent dus automatisch dat je de periferie van dit verschilbeeld mag negeren. Bij onderstaand voorbeeld hoeven we alleen te kijken naar het centrale, donkerblauwe beeld. Laat je niet misleiden door de halfrode cirkel midperifeer. Deze lijkt op een Smiley Face, maar in deze map mogen we dat niet beoordelen!

Vanaf hier bouwen we verder

De opbouw van een correctiezone kan al veel vertellen over de afvlakking van een Nachtlens. Wat je wilt, is dat deze zone ‘mooi is opgebouwd’. Als je naar het onderstaande linker voorbeeld kijkt, zie je dat de opbouw van de correctiezone mooi verloopt. De rand van de correctiezone is lichtblauw en verloopt naar het centrum van deze zone in steeds donkerdere blauwtinten. Het centrum ervan is dan ook donkerblauw. Dit is een gewenst verloop en dus volgens verwachting.

Kijken we naar het rechter sagittale topobeeld, dan zien we dat de correctiezone minder mooi verloopt. Het topobeeld is centraal lichterblauw en verloopt wat rommelig. Ervan uitgaande dat de vorige Nachtlenzencontrole al drie weken geleden is, kun je concluderen dat er nog een aanpassing nodig is. De lens past dus nog niet optimaal.

Wat mogen we verwachten?

Kijken we naar de afbeelding hieronder, dan zien we dat het steilste gedeelte van de cornea zich niet in het midden van het oog bevindt. We kijken naar het linkeroog en mogen in dit geval stellen dat het steilste gedeelte zich temporaal bevindt.

Een goede vuistregel is dat we ook mogen verwachten dat de correctiezone zich op nagenoeg dezelfde locatie zal vormen. In dit geval dus iets meer temporaal dan centraal. Kijkend naar ons basisbeeld is dit volgens verwachting. Wanneer we deze beelden in Easyfit zetten, kunnen we dit in één oogopslag inzichtelijk maken.

Bovenaan zie je in het geel de vraag ”Is de correctiezone volgens verwachting?”, daaronder in het groot een sagittaal verschilbeeld van zowel het rechter als linker oog. Wanneer we willen weten of de correctiezone op de te verwachte locatie zit, dan kunnen we dat ook direct vergelijken met het initiële topobeeld. Deze zijn namelijk linksonder in het klein weergegeven. Allemaal heel overzichtelijk. Wanneer we doorgaan in dit menu in Easyfit krijg je automatisch de tangentiële map te zien.

Tangentiële verschilbeelden

Kijken we naar tangentiële verschilbeelden, dan ligt de focus op de centratie van de lens. Omdat de passing wordt bepaald door de periferie van de lens, is dat ook het enige gedeelte waar we naar gaan kijken. Lekker makkelijk: we mogen het centrale (blauwe) gedeelte helemaal negeren. Ook kijken we niet naar de blauwe rand die zich perifeer naast de reversecurve heeft gevormd.

De rode cirkel midperifeer is de gecreëerde reversecurve op het oog en geeft ons, aan de hand van de vorm en locatie, een goede indicatie van waar en hoe de Nachtlens heeft gezeten tijdens het slapen.

Ondanks dat in een Nachtlens de reversecurve exact rond loopt, hoeft dat niet te betekenen dat de gecreëerde reversecurve op het oog ook rond loopt. Dit hoeft niet per definitie fout te zijn. Wat je wel wilt, is dat de gecreëerde reversecurve aaneengesloten is. Dit is mooi zichtbaar in onderstaande afbeeldingen. De lens heeft een exact ronde vorm, maar in de praktijk zien we, zoals in de meest rechter afbeelding, dat het ook een ovaal eindresultaat kan opleveren.

Op het moment dat de gecreëerde reversecurve op het oog niet aaneengesloten is, wil dat zeggen dat de passing niet volledig is. In de onderstaande afbeelding is duidelijk te zien dat de reversecurve aan de onderzijde zichtbaar is, maar niet aan de bovenzijde. De lens zit ‘gekanteld’ en heeft geen gelijkmatige drukverdeling.

Dit resulteert in de praktijk vaak in een onverwachte en onverklaarbare hoge refractiecilinder tijdens de oogmeting. Je oogmeting is dus in principe een mooie controle van je bevindingen.

Tot slot

Als contactlensspecialist zien we natuurlijk veel verschillende ogen, wat resulteert in veel verschillende passingen. Zie je iets waar je over twijfelt, weet je niet welke lens het meest geschikt is, of heb je vragen over de beoordeling van je verschilbeeld? We kijken en denken graag met je mee! De afdeling Professional Services is maandag t/m vrijdag van 8:30 tot 17:00 bereikbaar. Je kunt ons bellen op 0591 – 610640 of een mail sturen naar professionalservices@menicon.nl.

Ken je de optie check&bestel al? Deze is alleen te gebruiken in combinatie met Nachtlenzen. Hoe je deze handige tool gebruikt, lees je hier.

 

 

Terug naar het overzicht