Meet eens over de lenzen heen! (Deel 1)

Beetje vreemde titel aangezien we geleerd hebben tijdens onze opleiding om inderdaad juist over de lenzen heen te meten. Je zult misschien denken: “dat doe ik altijd al”. Jawel, maar met over de lenzen heen meten wordt dikwijls een refractie bedoeld. Niets mis mee natuurlijk, maar het zou jammer zijn als we ons alleen daartoe beperken.

We bezitten ontzettend mooie apparatuur waarmee we veel meer kunnen meten dan alleen de refractie. Een mooi voorbeeld van zo’n meetinstrument is de topograaf. Velen van ons hebben deze in de lenspraktijk staan en tijdens een lensaanmeting zijn we daar dan ook heel druk mee. Maar waarom alleen tijdens een lensaanpassing of bij een lenscontrole zodra de lenzen uit zijn? Waarom gebruiken we de topograaf niet wanneer er juist lenzen gedragen worden? Waar staat beschreven dat we een topograaf alleen maar kunnen gebruiken bij ‘naakte’ ogen?

Ik wil je met dit blog dan ook uitdagen om eens een topografiemeting te doen over de contactlenzen heen. Je zult zien dat je een schat aan informatie krijgt dat je zal helpen bij de lenscontrole en inzicht kan geven in vage problematiek. Interessant voor jou als specialist, maar ook zeker voor de consument.

NIBUT

Natuurlijk hoef ik je niet te vertellen dat we bij reflectietopografen in feite de traanfilm meten. Hier maken leveranciers van topografen dan ook dankbaar gebruik van. In veel softwarepakketten van topografen zitten inmiddels modules om iets over de traanfilmkwaliteit te zeggen. De ene topograaf geeft dit nog mooier weer dan de ander. We meten in feite geautomatiseerd de NIBUT, een waardevol getal.

Maar waarom zou je dit alleen meten over een ‘naakt’ oog? Waarom zou je dit niet meten over bijvoorbeeld een zachte contactlens? Enig idee hoeveel informatie dit kan opleveren?

In het geval van multifocale zachte lenzen kan dit erg waardevol zijn. Een groot deel van de dragers van multifocale zachte lenzen hebben een instabiele traanfilm. Vaak ervaart deze groep een wisselend zicht waar de instabiele traanfilm de oorzaak van is. Zou je je alleen beperken tot een overrefractie dan is de kans vrij groot dat je steeds een andere sterkte over de lenzen heen meet. Vaak resulteert dit in het proberen van onnodig veel paslenzen zonder echt een goed resultaat. Eeuwig zonde!

Zodra je iemand met de lenzen achter de topograaf zet krijg je een goed beeld over de NIBUT, maar nog mooier, je kunt de consument dit zelf laten zien. Mocht je een topograaf bezitten die hier een aparte module voor heeft, is dit natuurlijk prachtig. Heeft jouw topograaf dit niet, dan kun je ook op een andere manier informatie verzamelen. Je kunt bijvoorbeeld naar de placidoringen kijken die op het oog (eigenlijk de lens) geprojecteerd worden. Mochten deze ringen binnen 5 seconden al gaan vervormen, dan kun je er vanuit gaan dat de traanfilm een oorzaak kan zijn van een wisselende visus en refractie.

Door dit soort afbeeldingen aan de consument te laten zien, maak je inzichtelijk dat een andere sterkte niet de oplossing zal zijn. Op een nette manier maak je het probleem van de consument inzichtelijk en toon je je specialisme. Samen kun je dan zoeken naar een oplossing, denk bijvoorbeeld aan gebruik van een ander lensmateriaal.

Een topograaf is echt een veelzijdig apparaat. In deel 2 van dit onderwerp beschrijf ik binnenkort nóg twee handige tips om waardevolle informatie te verkrijgen door met je topograaf over contactlenzen heen te meten. Hou het blog dus in de gaten!